Het Iraans scheppingsverhaal 

In het begin leefde de wijze Ahoera Mazda in het Licht. Zijn tweelingbroer Ahriman leefde in de duisternis. 

Tussen hen in was alleen maar lucht. Toen schiep Ahoera Mazda de tijd en begon de wereld. Hij bracht dagen vol zonneschijn en plaatste de schitterende sterren aan de hemel. Hij liet de maan groter en kleiner worden en verbond de bliksemschicht en de harde donderslag met de wolken en de wind. 

Hij schiep de Goede Geest die in iedere mens en in heel de natuur werkzaam is om alles goed te laten gaan. De liefde is zijn dochter. Ahriman kwam naar hem toe, omringd door duivels. Hij was woedend en wraakzuchtig. Door de grote verschillen stuurde Ahoera Mazda zijn broer met vreedzame woorden terug. 

Uit licht maakte Ahoera Mazda de eerste mens; Gayomart. Die werd de eerste vuurpriester, belast met de zorg voor de vlam die het teken is van Ahoera Mazda. Ahriman, die nu naar de uiterste duisternis was verbannen, viel de schepping woest aan. Hij brak door de hemelen in een laaien vuur. Hij bracht allerlei kwaad mee: honger, ziekte, pijn en zelfs dood om de wereld te vernietigen. Alles wat hij met zijn handen aanraakte, maakte hij smerig en hij had er veel plezier in. Ahoera Mazda liet het volop regenen om een einde te maken aan de de droogte die Ahriman had veroorzaakt. De regens lieten het eerste mensenpaar ontkiemen: Maysa en Maysol. 

Klik hier om het volledige verhaal te bekijken.